De geschiedenis van geld

Want geld is een ingewikkeld ding op Cuba

  1. Stukje geschiedenis

    In de meeste landen bestaat er één munt. In Cuba was dat aanvankelijk ook zo: de ‘Peso’. Dergelijke munt krijgt internationale waarde op de vrije markt. Die waarde fluctueert van dag tot dag. Dat is de wisselkoers. Deze wordt bepaald op de valutamarkt en niet zoals op Cuba door de overheid. 

  2. Na de revolutie van 1959 en de handelsblokkade van John Kennedy (1962), wordt de Peso steeds minder gebruikt om in het buitenland producten te kopen of verkopen. De internationale ruilhandel neemt toe (suikerriet voor olie). Ze moeten wel, de Peso wordt steeds minder waard.

In 1986 gaat de Cubaanse staat voor de eerste keer failliet. De waarde van de Peso verliest contact met andere munten en heeft praktisch alleen nog waarde op Cuba. Er volgt een diepe economische crisis die in 1991 verergert door de instorting van de USSR en de aanscherping van het Amerikaanse handelsembargo in 1992. Vanaf dan breekt de ‘Periodo Especial’ aan. Binnen een paar maanden zakt de waarde van de Peso tot 125 voor één dollar en import stopt bijna geheel.

Er verschijnt een voorloper van de latere CUC. Het was een soort waardecertificaat. Ze waren bedoeld voor bezoekers uit het Oostblok (toeristen en specialisten; er waren in die tijd geen westerse toeristen) De waarde bedroeg ongeveer een Peso voor 0.90 Sovjet Roebels. Tegelijkertijd verschijnen soortgelijke certificaten voor bezoekers uit kapitalistische landen. Ook werden er certificaten gedrukt die echte wisselbrieven waren (éénmalig bruikbaar) (voor studenten en Cubanen). Kortom: geld is een puinhoop geworden.

2. Post-Sovjet tijdperk en huidige CUC

In 1993 wordt op Cuba de dollar aanvaard als betaalmiddel. Fidel Castro hoopte zo ‘deviezen’ in handen te krijgen om in het buitenland goederen te kopen. In 1994 wordt de CUC ingevoerd. Bij de invoering was er een segregatie tussen Cubanen en buitenlanders (toerisme apartheid). De CUC was bedoeld om alleen te worden gebruikt door toeristen. Deze eerste CUC-biljetten zijn ondertussen uit de omloop gehaald en bestaan dus niet meer.  

De waarde tussen de CUC en de CUP is vast (‘gepegged’). Net zoals hun waarde t.o.v. de dollar (1 CUC = 1 dollar = 25 CUP). Ook hier: ‘omdat Fidel het zo zei‘. Geheel tegen de bedoeling in, komen steeds meer CUC’s terecht bij de Cubaanse bevolking (via familie in de US en contacten met buitenlanders). In 2004 wordt de inwisselbaarheid van de CUC daarom beperkt. Er komen in dat jaar ook nieuwe biljetten. Die worden nu nog steeds gebruikt. Om de dollar nog meer uit het binnenlands betaalverkeer te weren, wordt er voortaan ook een extra taks geheven van 10% (gravamen). In 2005 beslist Fidel bovendien om de ‘peg’ te wijzigen: 108 dollar voor 100 CUC. Vervolgens komt er een volledig verbod op het gebruik van de dollar als betaalmiddel binnen Cuba. Maar het kwaad is geschied en de dedollarisatie mislukt.

(de ‘moderne’ CUC, 2004)
Ondertussen maakt Fidel opnieuw een fout. Hij verplicht de Cubaanse firma’s om in de boekhouding met CUC’s te werken. Maar er worden verschillende waarden gebruikt voor de omrekening van de CUP naar de CUC. Van 1 CUC voor 24 Pesos, 1 voor 8 tot zelfs één CUP voor één CUC. Wat een chaos!

  • Naar het einde van de CUC

    Al vrij snel (na 2005) wordt duidelijk dat de invoering van de CUC een slechte zaak was. Men zocht een oplossing en in 2013 werd een tijdslijn bekend gemaakt voor de afschaf van de CUC. Maar de hindernissen lijken gigantisch. Zou er een volksopstand komen, hoe gaat de interne economie reageren, wat zijn de macro-economische gevolgen,.. ?
  • In 2019 opent Cuba haar eerste MLC (Lees Vreemde Valuta) winkels. Alle prijzen zijn in USD en je kunt alleen betalen met een Buitenlandse Credit Card of een Debit Card gekoppeld aan een USD of Euro rekening bij een Cubaanse bank. Hierdoor kreeg de zwarte markt een enorme impuls. Zowel voor de waarde van de CUC (die op straat al gauw van 1 op .89 naar 1 op 1,50 ging ten opzichte van de USD) als de waarde van de spullen die verkocht worden in die winkels. (Voorbeeldje: een diepvries van 243 USD kost op de zwarte markt 650 CUC!!!

    Oktober 2020

    De afschaf van de CUC is immanent (dit jaar nog!) zeggen ze. Maar dat zeggen ze al jaren. De belangrijkste vraag en het grootste probleem: “wat is de echte waarde van de CUP op de internationale markten?” De waarde van een munt wordt bepaald door het vertrouwen dat men heeft in de economie. En dat vertrouwen is niet bepaald positief. De CUP (nu nog gepegged aan de dollar) zou sterk devalueren wat een chaos zou kunnen veroorzaken in de interne economie. En het gaat ook de gewone Cubaan pijn doen: de prijzen in de dollarwinkels zullen flink omhoog gaan, zoals na het instorten van de USSR. Destijds werd als oplossing de CUP van de markt gehaald en artificieel gekoppeld aan de dollar. Deze keer wil men juist het scenario omdraaien en de CUP vrijlaten…

    Punto Cero is niet zozeer het moment van de afschaf van één van beide munten (de CUC dus), maar de (her-)waardering van de CUP (echte waarde ten opzichte van de dollar). Hiermee wordt bedoeld dat het goed mogelijk is dat de CUC eerst verdwijnt, maar pas op een later tijdstip de ‘peg’ tussen de Peso en de dollar wordt losgelaten…

Update 11/12/2020

Ondertussen lijkt het erop dat de mythe (want het was toch wel een leuk verhaal) van de dubbele valuta binnenkort verandert. Gisteren is officieel bekend gemaakt dat de CUC per 1 januari geen wettelijk betaalmiddel meer is en dat de Peso vanaf dan gekoppeld is aan de USD met een koers van 24 Pesos per Dollar. Einde van een geweldig verhaal dat eigenlijk volledig inhoudsloos was.

Dubbele valuta.

Gelukkig is de mythe nu waarheid geworden. De USD is in opmars. Steeds meer winkels verkopen, enkel met een Credit Card, in Amerikaanse Dollars. Dus nu begint de Dubbele Valuta periode pas echt.

Update 10/2021

We hebben een monetair turbulente tijd achter de rug. Alles is in CUP (Moneda Nacional) geprijsd en de inflatie in de eerste negen maanden van dit jaar schat ik op 500%. De officiële statistieken hebben het over 56% en daar moet iedereen hier heel hard om lachen… Salarissen zijn per 1 januari verviervoudigd en de meeste prijzen ook. Iedereen zonder salaris van de staat moest mee met de prijsverhogingen om te overleven.

Om een enkel voorbeeld eruit te halen. Vroeger kostte een busritje 40 cent maar als je met een hele peso betaalde kreeg je geen wisselgeld. In elk busstation zaten, meestal gepensioneerden, die je vier muntjes van 20 verkochten voor één Peso en zo dus 20 cent per transactie verdienden. Met ‘n Peso maakte je zo twee busritjes. Als je twee bussen moest nemen om naar je werk te komen en twee weer terug naar huis kostte dat je dus 2 Peso. Nu kost een busrit 2 Peso. En dat brengt de reiskosten dus op 8. Daarbovenop zijn alle mensen die in de 20 centmuntjeshandel zaten nu werkeloos… Zo hebben we honderden gevallen…

Hoe je hier als toerist onder te lijden of aan te winnen hebt, vertellen we in ons boekje… Ik weet het, een beetje flauw maar wij hebben ook een openhaard (nietwaar, dat heeft niemand op Cuba) en specifieke kennis heeft waarde…

De monetaire puinhoop duurt voort… Je moet geld echt begrijpen anders wordt je vakantie onbetaalbaar!